onroerend goed


onroerend goed 1.0

(bouw, gebouwen en huisvesting)

zaak die vast is verbonden met een gedeelte van het aardoppervlak en niet zonder inspanningen of hoge kosten is te demonteren of te verplaatsen, zoals grond, een gebouw of een element in een gebouw dat blijvend geïnstalleerd is
Ook gebruikt als verzamelnaam voor onroerende zaken.
Zie ook : onroerend onroerend

Semagram (extra betekenisinformatie)


Onroerend goed…

is een goed

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is grond, of is een permanente constructie, bv. een huis of winkelpand, of is een element in een gebouw dat blijvend geïnstalleerd is; kan worden gekocht, verkocht, verhuurd, verhuurd of ontwikkeld voor verschillende doeleinden

    Algemene voorbeelden


    De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft alle gemeenten geadviseerd in hun APV een verbod op te nemen om 'zonder vergunning van de burgemeester in, op of aan een onroerend goed een alarminstallatie geïnstalleerd te hebben die een voor de omgeving opvallend geluid- of lichtsignaal kan produceren.'

    Algemeen Dagblad,

    'Hij heeft zoveel poen, Ka, dat kan hij van z'n leven niet meer opmaken. Hij moet het investeren, dus hij zoekt steeds naar interessante projecten om dat geld in te stoppen. Bij voorkeur onroerend goed. Ik zoek een nieuw pand, en je weet dat ik overal heb gekeken en dat niks aan mijn eisen voldoet.'

    De eetclub, Saskia Noort,

    Wie een onroerend goed koopt, of een andere belangrijke uitgave doet, wordt met bijzondere aandacht gevolgd door de fiscus.

    De Standaard,

    'Monsieur, er zullen ongetwijfeld buitenlanders zonder toereikende financiële middelen zijn die naar Frankrijk komen met het dwaze idee zich een kasteel aan te schaffen. Die zullen misschien zelfs proberen de titel van de oorspronkelijke eigenaars erbij te kopen. En dan denken ze wellicht het te kunnen stellen zonder onderhoud van hun bezit.' Hij hief zijn hand om Malcolms verontwaardigde tegenwerpingen af te weren. 'Maar op dat soort mensen zit Frankrijk niet te wachten. Wie zulk onroerend goed koopt moet dat pas doen als hij zeker weet dat hij de middelen heeft om het te onderhouden!'

    Altijd zomer: roman, Ethel Portnoy,

    Sonja's vader scharrelde in onroerend goed en manipuleerde met effecten van kleine renteniers, die hij met zijn log lichaam en diepe stem vertrouwen inboezemde.

    De stenen tafel, Johan van der Woude,

    Woordfamilie


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen